top of page

7 pijlers van de voormalige metaalfabriek Camion-Devillez

Dankzij de kolen en het ijzererts dat in de grond van Wallonië zat, was het kleine België in de 19de en vroege 20ste eeuw een van de grootste industriële producenten ter wereld.  Ook Bouillon smeedde het ijzer als het heet was en kan terugblikken op een rijk industrieel verleden. Kroongetuige hiervan zijn zeven metalen pijlers, restanten van de vroegere metaalfabriek  Devillez-Camion, op de site van de Sépulcrines.

Vooraleer deze metaalfabriek er zich vestigde in 1903 was hier een bosrijk park te vinden: het Parc Leroux, genoemd naar de ontwerper Victor Leroux (°1808 in Versailles, +1887 in Bouillon). Deze kunstzinnig aangelegde apotheker trouwde met de Bouillonese Elisabeth Delogne en ze kregen 15 kinderen.  Het prachtige park, een echte groene long in de stad, verdween voor de bouw van de fabriek.

Regio Bouillon beschikte over drie noodzakelijke elementen voor ijzerbewerking. Enerzijds snelstromende beekjes om energie op te wekken en de nabijheid van bos voor de vervaardiging van houtskool om het ijzererts op te warmen.  Anderzijds was ook het ijzererts zelf aanwezig in minières op een vijftal plaatsen in de regio. 

In Les Hayons, nabij de monding van de snelstromende Aleine, was sinds de jaren 1500 een ijzersmederij en -gieterij. Die ontwikkelde zich vanaf 1786 verder onder leiding van Hubert Devillez met een bijkomende walserij tot een vroeg-industrieel bedrijf.
Het zwaartepunt van de metaalnijverheid kwam stilaan in het stadscentrum te liggen. Vanaf 1822 vestigde Devillez-Camion (DC)  zich eerst in verschillende kleine ateliers verspreid over de stad.  In 1903 werd een fabriek gebouwd op de terreinen van de Sépulcrines. 

Er waren nog twee fabrieken in Bouillon: de Ferronnerie Bouillonnaise (FB) aan de Allée des Soupirs, en het net buiten het centrum gelegen en nog steeds (kleinschalig) bestaande Gérard & Didier (HGD).

In 1990 werd de leegstaande fabriek, die wegens zijn omvang het stadsbeeld bepaalde, uiteindelijk afgebroken. Het evenementenplein en het park kwamen in de plaats.

5

Dankzij de kolen en het ijzererts dat in de grond van Wallonië zat, was het kleine België in de 19de en vroege 20ste eeuw een van de grootste industriële producenten ter wereld. Ook Bouillon smeedde het ijzer als het heet was en kan terugblikken op een rijk industrieel verleden. Kroongetuige hiervan zijn zeven metalen pijlers, restanten van de vroegere metaalfabriek Devillez-Camion, op de site van de Sépulcrines.

Vooraleer deze metaalfabriek er zich vestigde in 1903 was hier een bosrijk park te vinden: het Parc Leroux, genoemd naar de ontwerper Victor Leroux (°1808 in Versailles, +1887 in Bouillon). Deze kunstzinnig aangelegde apotheker trouwde met de Bouillonese Elisabeth Delogne en ze kregen 15 kinderen. Het prachtige park, een echte groene long in de stad, verdween voor de bouw van de fabriek.

Regio Bouillon beschikte over drie noodzakelijke elementen voor ijzerbewerking. Enerzijds snelstromende beekjes om energie op te wekken en de nabijheid van bos voor de vervaardiging van houtskool om het ijzererts op te warmen. Anderzijds was ook het ijzererts zelf aanwezig in minières op een vijftal plaatsen in de regio.

In Les Hayons, nabij de monding van de snelstromende Aleine, was sinds de jaren 1500 een ijzersmederij en -gieterij. Die ontwikkelde zich vanaf 1786 verder onder leiding van Hubert Devillez met een bijkomende walserij tot een vroeg-industrieel bedrijf.
Het zwaartepunt van de metaalnijverheid kwam stilaan in het stadscentrum te liggen. Vanaf 1822 vestigde Devillez-Camion (DC) zich eerst in verschillende kleine ateliers verspreid over de stad. In 1903 werd een fabriek gebouwd op de terreinen van de Sépulcrines.

Er waren nog twee fabrieken in Bouillon: de Ferronnerie Bouillonnaise (FB) aan de Allée des Soupirs, en het net buiten het centrum gelegen en nog steeds (kleinschalig) bestaande Gérard & Didier (HGD).

In 1990 werd de leegstaande fabriek, die wegens zijn omvang het stadsbeeld bepaalde, uiteindelijk afgebroken. Het evenementenplein en het park kwamen in de plaats.

Aangenaam terras langs de oever van de Semois in het centrum van Bouillon

25 bâtiments et sites racontent l'histoire de Bouillon ! Découvrez les histoires de ce patrimoine depuis l'agréable terrasse pergola de notre restaurant au bord de la Semois, au centre de Bouillon.

bottom of page